Pesten en gepest worden in het onderwijs, een probleem voor meerdere partijen

19 april 2024 | dag tegen pesten

Heb je ons vorige artikel over ‘Pesten en gepest worden’ al gelezen? Hierin leggen we uit wat pesten is, wat de gevolgen zijn en wat een goed pestprotocol is.

In dit artikel gaan we dieper in op hoe jij als pedagogisch medewerker of onderwijsassistent pesten tegen kunt gaan en samen met kinderen op kunt lossen. 

pesten

Hoe kun jij als pedagogisch medewerker of onderwijsassistent een goed protocol tegen pesten ontwikkelen?

Maak regels en afspraken zichtbaar, zodat kinderen en volwassenen elkaar aan kunnen spreken als er zich ongewenste situaties voordoen. Daarbij is kennis over pesten en gepest worden essentieel. Een goed protocol biedt leerlingen, pedagogisch medewerkers en ouders duidelijkheid over hoe je pesten in het onderwijs kunt voorkomen en hoe je dient te handelen als het toch gebeurt. Daarnaast is het belangrijk om kinderen zelf te leren hoe je met conflicten omgaat in de groep. Heb het daarbij over:

Respect: Hoe ga je met elkaar om? Wat is respectloos en wat niet?

Normaal doen: Wat is normaal gedrag? Wat zijn de regels hiervoor en wanneer ga je over de regels heen?

Grenzen: Hoe geef je je grens aan? Wanneer is nee ook echt nee?

Geweld: Hoe los je conflicten op zonder geweld?

Welke acties zijn nodig voor het tegengaan van pesten in het onderwijs?

Om pesten in het onderwijs te voorkomen en aan te pakken en een positieve groepssfeer te bevorderen, is het goed om te weten wat er onder pesten wordt verstaan. Wat is pesten?

Wanneer één of meer kinderen een ander kind of een pedagogisch medewerker vaak en expres pijn doen, uitlachen, buitensluiten of op een andere manier lastigvallen, spreken we van pesten. Pesten in het onderwijs kun je nooit helemaal uitsluiten. Maar je kunt er als team samen met de kinderen wel voor zorgen dat het niet tot langdurig pesten komt. Pesten is een serieus probleem. Daarom is het van groot belang dat er opgelet wordt.

Daarnaast kan het van belang zijn, na overleg met de ouders, in gesprek te gaan met zowel de pesters als de gepeste kinderen. Daarbij kun je denken aan:

A. Hulp bieden aan het kind dat gepest wordt.

Inleven in de situatie van het kind is hierbij belangrijk. Luister naar het kind en neem zijn/haar probleem serieus. Overleg met het kind over mogelijke oplossingen. Werk samen met het kind aan die oplossingen. Overleg door welke kinderen het kind zich wel gesteund voelt. Vertel dat het heel goed van het kind is dat hij/zij erover praat. Luister, oordeel niet en geef het de ruimte om verdrietig en boos te zijn. Acceptatie en gehoord worden is de eerste troost bij pesten. Stel open vragen over wie pesten, en waar en wanneer het gebeurt. Maak het kind duidelijk dat niemand het recht heeft om te pesten. Onderzoek samen welke kinderen wel behulpzaam zijn. Geef het kind het gevoel dat hij/zij zelf de regie in handen heeft. Maak duidelijk dat je hem/haar steunt en dat je samen naar een oplossing gaat zoeken. Onderneem in overleg met het kind stappen om het pesten te laten stoppen. Zorg er, indien nodig, voor dat het kind deskundige hulp krijgt. Let wel: een weerbaarheidstraining zonder dat het pesten in de groep wordt aangepakt heeft een averechts effect. 

B. Steun bieden aan het kind dat pest.

Keur alleen het gedrag van de pester af, niet het kind zelf. Zeg hem met dat gedrag te stoppen. Vraag hoe hij/zij denkt dat het gepeste kind zich voelt. Help het kind positieve relaties te onderhouden met andere kinderen. Help het kind zich aan de afspraken en regels te houden. Help hem/haar ander gedrag te vertonen. Onderzoek samen waarom en wanneer hij/zij pest. Bespreek de verschillen tussen pesten en plagen. Vraag hoe het kind wat gebeurd is kan herstellen. Zorg zo nodig dat het kind deskundige hulp krijgt.

C. De zwijgende middengroep betrekken bij oplossingen van het pestprobleem.

Praat met de kinderen over het pesten en hun eigen rol daarbij. Overleg met de kinderen over mogelijke oplossingen. Bespreek met de kinderen wat zij zelf kunnen bijdragen aan een oplossing. 

D. De pedagogisch medewerkers en onderwijsassistenten steunen bij het aanpakken van het pesten in het onderwijs.

Informatie geven over pesten als algemeen verschijnsel. Via het anti-pestprotocol handvatten bieden om het pesten in het onderwijs aan te pakken. Pesten op de groep regelmatig terug laten komen in werkoverleggen.

Handige tips voor de pedagogisch medewerker of onderwijsassistent om pesten tegen te gaan

Tips die een pedagogisch medewerker of onderwijsassistent mee kan geven aan gepeste kinderen zijn:

  1. Zorg dat je gehoord wordt.
  2. Denk eraan dat het NIET JOUW FOUT IS als je gepest wordt.
  3. Zoek een lotgenotengroep als je gepest wordt of bent.
  4. Verlaag je nooit tot het niveau van de pester.
  5. Leg je hand op je heupen, draai je om en loop weg.
  6. Wees niet bang om voor jezelf of een ander op te komen.

Tips voor de pedagogisch medewerker en onderwijsassistent zijn:

• Neem je leiderschapsrol in en stuur in een vroeg stadium de waarden en normen in de groep.

• Neem signalen of klachten van kinderen of ouders over pesten altijd serieus.

• Vermoed je een pestprobleem: laat betrokkenen weten dat je ziet wat er gebeurt.

• Bied aan te willen helpen.

• Houd de vinger aan de pols, maar grijp niet direct in. Geef kinderen de kans het zelf op te lossen, eventueel met jouw aanwijzingen. Maak het kinderen makkelijk met vragen over pesten bij je te komen en verlaag de drempel door duidelijk te zijn over hoe je hiermee omgaat.

• Maak kinderen bewust van hun eigen invloed op de sfeer in de groep en stuur daar ook op.

Tips die pedagogisch medewerkers en onderwijsassistenten aan ouders van een gepest kind kunnen geven:

  • Neem je kind serieus en zeg dat jullie samen met anderen gaan proberen het pesten te stoppen.
  • Praat erover met je kind. Probeer uit te leggen waarom sommige kinderen pesten.
  • Bespreek het probleem met de school.
  • Leg uit aan je kind dat het pesten niet meteen zal stoppen. Vraag aan je kind hoe het op school en de BSO gaat. Benoem daarbij niet specifiek het pesten.
  • Geef je kind veel positieve aandacht. Geef aandacht aan de dingen die goed gaan en beloon ze met een compliment of knuffel.

Tips die pedagogisch medewerkers en onderwijsassistenten aan ouders van een kind dat pest kunnen geven:

  • Neem andere ouders die zeggen dat je kind pest serieus.
  • Maak je kind duidelijk dat je het pestgedrag afkeurt, niet het kind zelf.
  • Probeer samen met je kind te achterhalen waarom en wanneer hij/zij pest.
  • Bespreek samen oplossingen om dit gedrag te stoppen.
  • Steun je kind in manieren om op een positieve manier met andere kinderen om te gaan.
  • Geef je kind positieve aandacht.
  • Benoem de dingen die goed gaan en beloon ze met een compliment of knuffel.

Je kunt als pedagogisch medewerker of onderwijsassistent ook wijzen op sites zoals WhatsHappy, Itsuptoyou en Helpwanted. Zowel naar het gespeste kind als de pester.

Of maak gebruik van TikTok. Dat is een populair platform waar kinderen zich aangetrokken door voelen en naar zullen luisteren. 

 

We hopen dat je deze tips met succes in de praktijk gaat toepassen. Jij als pedagogisch medewerker of onderwijsassistent kan het verschil maken voor kinderen die te maken krijgen met pesten!