Het studieprogramma is alleen van toepassing als je, na het volgen van de digitale les en het maken van een leestoets, nog extra oefening nodig hebt!
Als extra oefening nodig is, hebben e-learning ontwikkeld om je leesvaardigheid te vergroten. We sluiten de e-learning af met een toets en als je deze hebt behaald kan je deelnemen aan de examens.
Tekstopbouw
In deze module laten we je filmpjes zien over tekstopboouw, wat het inhoudt en waarvoor het dient. Daarna stellen we je daar vragen over. We sluiten af met “Waarom wil je dit weten?” Je wil het ook kunnen toepassen in de praktijk!
Signaalwoorden
Kennis van signaalwoorden zorgt ervoor dat je een tekst beter begrijpt en dat je de vragen die gesteld worden makkelijker én sneller kunt beantwoorden. We hebben daar leuke oefeningen voor. Deze oefeningen zijn vooral filmpjes die je bekijkt waarna je vragen beantwoordt.
Onderwerp en hoofdgedachte
Het onderwerp van een tekst vind je door jezelf de volgende vraag te stellen: over wie of wat gaat de tekst? Het antwoord is één woord of hooguit enkele woorden. De hoofdgedachte is een samenvatting van de tekst in één zin.
We leren je hiermee slim om te gaan zodat je dit kunt toepassen in je leesvaardigheid.
Tekstsoorten en tekstdoelen
Er zijn verschillende soorten teksten en deze hebben ook een doel. Door middel van diverse filmpjes herken je de verschillende soorten teksten en tekstdoelen.
Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Als je met iemand praat, is de kans groot dat je de dingen zegt zoals je ze bedoelt. We noemen dit letterlijk taalgebruik. Wanneer je vertelt dat je lekker buiten hebt gezeten dit weekend omdat het zulk mooi weer was, dan zeg je: “Ik heb heerlijk in het zonnetje gezeten”.
Maar soms bedoel je iets niet letterlijk maar figuurlijk (of beeldspraak). Als je dit weekend je vriendin in het zonnetje hebt gezet, bedoel je niet dat je haar naast jou in een stoel in de zon hebt gezet. Je bedoelt dat je haar extra aandacht hebt gegeven.
Ook hier werken we met filmmateriaal en het beantwoorden van vragen.
Feit, mening, argument
Door de meeste studenten wordt dit als een lastig onderdeel ervaren. Wanneer is iets een feit? Wanneer een mening? Argumenten onderbouwen een mening. Door de filmpjes en oefeningen word jij hier ook een meester in!
Help, een moeilijk woord, slimme luistermanieren en tips
Sommige personen raken gestrest als ze een moeilijk woord niet begrijpen. Je kunt natuurlijk om uitleg vragen maar er zijn ook andere handige manieren, die leer je hier! Ook luisteren kan met eenvoudige methodieken veel handiger. Natuurlijk sluiten we af met tips:)
Studiebelasting
Uitvoeren e-learning inclusief oefeningen 16 uur.
Na e-learning ben je klaar voor deelname aan het examen Lezen 3F.